Heuvelland
Glooiende heuvels, snel stromende riviertjes, bossen en akkers die elkaar afwisselen. Holle wegen, eeuwenoude vakwerkboerderijen en op bijna ieder kruispunt een kapelletje.
Waar ligt het?
Het heuvelland beperkt zich tot Zuid-Limburg. Voor Nederland is het dus een vrij uniek landschap.
Wat kunt u er zoal doen?
Genieten: wandelen in de heuvels en dalen, een wijngaard of de mergelgrotten bezoeken, culinair genieten van de Limburgse streekproducten, zoals bier, kaas en appelstroop.
Meewerken: opschonen van poelen, zodat amfibieën zich weer kunnen voortplanten, padden overzetten tijdens de paddentrek, bomen zagen, zodat jonge struiken en bomen een kans krijgen om uit te groeien.
Hoe is het ontstaan?
Kenmerkend aan dit landschap zijn natuurlijk de heuvels. In de dalen stromen verschillende riviertjes en liggen de huizen dicht bij elkaar. De plateaus, de vlakke gedeeltes in het heuvelgebied, zijn bedekt met grote open bouwlanden en vrijstaande boerderijen.
De karakteristieke holle wegen en graften zijn gevormd door de hellingen in het landschap. Holle wegen ontstonden op twee manieren: doordat dalbewoners de afvoergeulen van het plateau als pad gingen gebruiken en doordat het overtollige water van het plateau via aangelegde weggetjes omlaag snelde. Op beide manieren ontstond een weg met aan twee kanten steile, soms begroeide, wanden. Graften ontstonden doordat mensen dwars op de helling een heg aanplantten. Materiaal dat van de helling spoelde werd opgevangen door de heg. Zo ontstonden de steilranden ofwel graften.